<< vorige (previous)    index   

Dit zijn gezangen in de 8 middeleeuwse modi, respectievelijk:
dorisch en hypodorisch, frygisch en hypofrygisch, lydisch en hypolydisch, mixolydisch en hypomixolydisch.
De toonhoogte ligt niet vast. Zing de alleluia's in jouw hoge middenregister.
Houd niet strak vast aan het genoteerde ritme. Een kwart hoeft maar weinig langer te zijn dan een achtste.
Zing de dubbele l vloeiend, en lang als in het Italiaans.
Herhaalde tonen (repercussietonen) moeten verbonden blijven. Zet de nieuwe toon niet aan,
maar zing hem als een zwelletje in een aangehouden toon.