MANUEL: How are you, sir? You see, I speak English well, I learn it from a book. Hhhello, I am English. Hhhello.
John Cleese & Conny Booth, Fawlty Towers (1975)
You put bits in, leave things out, make something long-winded out of what was
said clearly and concisely, choose uncharacteristic expressions to replace pertinent
ones, and even go so far as to change the structure of paragraphs. [...] Your
changes go beyond the limit of what even my Americanised conscience can permit.
Arnold Schönberg, brief aan een vertaler (1947)
Er ontstaan nu over de hele wereld allerlei soorten Engels, maar tot nog toe zijn die allemaal nog onderling verstaanbaar. De meer perifere en de meer recente varianten van die taal krijgen minder aanzien en aandacht dan de alom aanvaarde versie van hoogopgeleide sprekers uit Engeland en de VS. Bovendien zullen de Amerikaanse en Britse media nog heel lang greep houden op de mondiale distributie van Engelstalige teksten. Maar ik hoop voor al die mensen die het Engels als vreemde taal hebben moeten leren dat de bevoorrechte positie van degenen die het als moedertaal hebben meegekregen geleidelijk aan zal afkalven. Dat zal niet gauw gebeuren. Maar in de tussentijd zijn ook degenen die pas later Engels hebben geleerd, al zijn ze in het nadeel, toch bevoorrecht: zij profiteren van de voordelen van de enig wereldwijd gangbare taal.
Abram de Swaan, Woorden van de wereld (2002)
Stel je voor dat je moet spelen op een piano die ontstemd is en een aantal snaren mist. Je maakt er maar het beste van en je hoopt dat de toehoorders door de gebrekkige uitvoering heen luisteren.
Op zo'n manier werken veel Nederlandstalige musici die zich als uitvoerend musicus, dirigent, docent, componist, congressist, publicist, briefschrijver of computergebruiker bedienen van de lingua franca Engels. Ze vinden niet altijd de juiste woorden en de juiste toon in hun variant van het Engels: het Dunglish of steenkolen-Engels (kwalificaties die geen scheldwoorden hoeven te zijn).
Om de vergelijking met de piano nog even aan te houden: Muziektermen Nederlands-Engels is bedoeld om de gebruiker snaren en een stemsleutel aan te reiken in de vorm van Engelse muziektermen en de fonetische weergave van de uitspraak. Muziektermen kan ook van nut zijn voor buitenlandse musici, al of niet met kennis van het Nederlands, en voor niet-musici die in hun beroep met muziek te maken hebben. En er zijn zelfs mensen die voor hun plezier in een woordenboek grasduinen.
Muziektermen telt 4600 trefwoorden, waaronder praktisch alle termen uit de muziektheorie die aan de conservatoria en universiteiten in Nederland en Vlaanderen wordt onderwezen. Uit andere deelgebieden een selectie, met een sterke nadruk op (westerse) klassieke muziek en muziekonderwijs. Pop en jazz vallen grotendeels buiten het kader van Muziektermen, omdat die al een overwegend Engelse terminologie gebruiken. Niet opgenomen zijn veel Latijnse, Italiaanse, Franse en Duitse muziektermen die als leenwoorden met min of meer dezelfde uitspraak zowel in het Nederlands als het Engels voorkomen. En ten slotte bevat Muziektermen een groot aantal woorden die in strikte zin geen muziektermen zijn, maar wel tot de vaktaal horen, zoals gehoorverlies: hearing/ear loss.
Muziektermen Nederlands-Engels geeft alleen vertalingen. Een verklarend muziekwoordenboek zou een werk van encyclopedische omvang worden en bovendien kan de gebruiker met een vertaling uit Muziektermen verder zoeken in de New Grove Dictionary of Music and Musicians of andere Engelse vakliteratuur.
Het uitgangspunt was niet normatief, maar descriptief: niet vóórschrijvend, maar béschrijvend. Normatief zijn uitspraken als tweehalven maat, minder gebruikelijke, maar betere naam dan “twee-tweede maat” (Muziektermen van A tot Z, Het Spectrum) en The adjective “aleatoric” is a bastard word, to be avoided by those who care for language. (Oxford Concise Dictionary of Music). Een woordenboekmaker kan zijn voorkeuren hebben, maar een taal telt nu eenmaal woorden met een stamboom en woorden van het vuilnisbakkenras en daar verandert een woordenboek niets aan.
200 muziektermen in deze verzameling zijn specifiek Belgisch-Nederlands. In het muziekonderwijs in Vlaanderen domineerde lange tijd het Frans en nog maar twee generaties geleden waren er conservatoriumdocenten die alleen die taal spraken. Sommige auteurs van muziektheoretische werken zetten zich af tegen het Frans en vervingen een term als dominant door beheersende. Tegenwoordig komt de muziekterminologie in Vlaanderen grotendeels overeen met die in Nederland, al zijn er opmerkelijke verschillen.
De Engelse vertalingen komen uit Britse en Amerikaanse bronnen, vooral woordenboeken, muziekencyclopedieën, muziektheoretische handboeken en universitaire websites; daarnaast uit mondelinge mededelingen van geraadpleegde Engelstalige musici.
Bepaalde Engelse termen zijn overbekend of (vrijwel) gelijk aan de Nederlandse termen. Ze zijn opgenomen om de volgende redenen: de grens tussen bekende en minder bekende termen is arbitrair; de gebruiker ziet dat hij niet verder hoeft te zoeken; een schijnbaar voor de hand liggende vertaling kan een valse vriend zijn (parallelle toonsoorten zijn geen parallel keys); Muziektermen geeft over die woorden informatie: de correcte spelling en zo nodig een fonetische weergave van de uitspraak.
Niet alle muziektermen zijn vertaalbaar en bovendien hebben woorden uit verschillende talen nooit precies dezelfde gevoelswaarde. Zo gaat het verhaal dat Arnold Schönberg als asielzoeker in de Verenigde Staten wel happy, maar niet glücklich was. Roy Carter, vertaler van Schönbergs Harmonielehre, zegt over zijn vertaling van de titel The title Harmonielehre has been variously translated as “Treatise on Harmony”, and “Manual”, “Textbook”, or “Theory of Harmony”. A Lehre can be a theory; it is, essentially, the collection of facts, laws, opinions, and theories taught within a certain field of learning. Textbooks of harmony in German generally bear the title, Harmonielehre, as those in English are quite often simply entitled Harmony. This, the most general title, would perhaps be the most accurate translation of Schoenberg's title; but since it is far more theoretical than the usual textbook of harmony, and since it is commonly cited in English as Schoenberg's Theory of Harmony, it was deemed appropriate to retain that title for this new translation. Within the text, however, the word “Harmonielehre” has been variously translated, according to its context, as “instruction” or “course in harmony” and the like, or “harmonic theory”.
Een onvertaalbare Engelse muziekterm is bijvoorbeeld pitch class (een bepaalde toon, onafhankelijk van het octaaf). Voorbeelden uit onze eigen taal: wij maken verschil tussen musicus en het informele muzikant, terwijl in het Engels de sterdirigent en de straatmuzikant beiden musicians zijn. Het verschijnsel durmoll/molldur heet in het Engels mode mixture en een akkoord ontleend aan het andere toongeslacht een mixture chord of borrowed chord, maar er is geen term voor ons IVmd. In het Engels zijn de akkoordnamen toch al minder gestandaardiseerd dan in het Nederlands. Dit descriptieve woordenboek laat de boel de boel en geeft geen zelfbedachte vertalingen of omschrijvingen.
Van Nederlandse persoonsnamen die een beroep of functie aanduiden (bijvoorbeeld componist) is de vrouwelijke vorm (componiste) niet apart vermeld. Het Engels maakt het onderscheid vaak op een andere manier: een componiste is een composer en als ze zich profileert als vrouw een woman composer of female composer.
Van alle onregelmatige Engelse werkwoorden en een aantal lastige Nederlandse werkwoorden zijn verleden tijd en verleden deelwoord vermeld.
Vertalingen staan zoveel mogelijk in volgorde van frequentie. Van bepaalde termen zijn alleen de meest gebruikte vertalingen opgenomen, want niemand wil tien antwoorden op de vraag: hoe zeg je bedrieglijk slot?
Muziektermen Nederlands-Engels geeft voorrang aan het Amerikaans-Engels. Zelfs de door en door Britse Concise Oxford Dictionary of Music zegt: The American nomenclature of whole-note, quarter-note, measure, etc. has been preferred to the English semibreve, crotchet, bar, etc. De muziekwereld moet nu eenmaal luisteren naar Amerika, zoals de Amerikaanse industrie rekening moet houden met de rest van de wereld, die het metrieke stelsel gebruikt.
In de uitspraak volgt Muziektermen Nederlands-Engels het General American, de uitspraak van de meerderheid van de Amerikanen, en dan vooral de sprekers zonder duidelijk oostelijk of zuidelijk accent. Van typisch Britse woorden is de Received Pronunciation (algemeen aanvaarde uitspraak) weergegeven. In tegenstelling tot veel Amerikaanse woordenboeken gebruikt Muziektermen het Internationaal Fonetisch Alfabet, dat overal ter wereld toepassing vindt in wetenschappelijke publicaties. Een fonetische spelling is maar een benadering van de uitspraak; wie een woord wil horen en geen native speaker, maar wel een computer in de buurt heeft, kan dat woord aanklikken op de websites van Webster's Dictionary en American Heritage Dictionary.
Muziektermen Nederlands-Engels volgt de officiële Nederlandse spelling van 1996. Een uiteenzetting daarvan is te vinden in de Woordenlijst Nederlandse taal, bijgenaamd het Groene boekje (Sdu/Standaard) en ook in de Spellingwijzer Onze Taal of het Witte boekje (Contact/Wolters-Noordhoff), dat de soms bijzonder ingewikkelde regels duidelijker uitlegt en consequenter interpreteert. Muziektermen Nederlands-Engels is dus ook een spellingwijzer voor Nederlandse muziektermen. Voor het eerst zijn hier bijvoorbeeld alle akkoordnamen consequent volgens de officiële regels gespeld. Het Engels kent geen voorgeschreven spelling; omwille van de consistentie gaat Muziektermen uit van Webster's Dictionary, het voornaamste Amerikaanse woordenboek.
Voor hun aanmoediging en medewerking in de loop van drie jaar dank ik Erik Albjerg, Paul Berg (VS), Arie Boers, Stefaan Debevere, Patrick van Deurzen, Chris Farr (GB), Theo Goedhart, Martijn Hooning, Roderik de Man, Rien de Reede, Kim Sargeant (GB), Michiel Schuijer, Klaas Trapman en Theo Verbey (collega's van het Koninklijk Conservatorium, in alfabetische volgorde); Daniel Gistelinck en Carien Verhenneman (theoriedocenten aan de Hogeschool Gent, Departement Conservatorium); de in Nederland wonende componisten Ron Ford (VS) en Barbara Woof (Australië); Brian Blood van Music Theory Online (GB); lexicograaf Gijs Mulder. Last but not least mijn vrouw en vakgenote Thea van der Putten en mijn zoon Willem van Hage, informaticus bij de Vrije Universiteit en TNO.
Een foutloos en volledig woordenboek blijft een onbereikbaar doel. Commentaar dat het doel dichterbij brengt, is welkom.
Kees van Hage
Amsterdam, februari 2005
Van verschillende gebruikers kreeg ik het verzoek Muziektermen Nederlands-Engels te completeren met een deel Engels-Nederlands. Dat heb ik gedaan en ik heb de gelegenheid gebruikt de delen te corrigeren en aan te vullen. Op de Z volgt nu een hoofdstuk met termen die met een cijfer of een bijzonder teken beginnen. Door een andere technische opzet is Muziektermen stabieler geworden en de kans op storingen is verminderd. Jammer genoeg moest de functie ‘Zoeken’ daarbij vervallen.
Kees van Hage
Amsterdam, januari 2006
In 2006 is de officiële Nederlandse spelling opnieuw veranderd en dat is lastig - hoewel het onveranderd blijven van de Engelse spelling ook lastig kan zijn! Muziektermen is op bijna honderd punten aangepast aan de nieuwe spelling en wel aan de versie van het Witte Boekje. Ook nu geef ik de 'witte spelling' de voorkeur boven de 'groene'.
Kees van Hage
Amsterdam, september 2006
Kees van Hage (1946) studeerde aan de Haarlemse Rijkskweekschool voor onderwijzers, aan het Koninklijk Conservatorium (trombone, schoolmuziek) en het Utrechts Conservatorium (directie). Hij doceerde elementaire muziektheorie aan het Koninklijk Conservatorium en trombone aan Scholen in de Kunst in Amersfoort. Hij publiceerde de roman Verstreken jaren, de verhalenbundel Enkel zingen en het (bekroonde) verhaal Ruggengraat. Bij Van Dale Lexicografie is hij freelance medewerker voor de muziektermen. Hij studeerde cum laude af in muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in Joodse Studies op het proefschrift: A Tool of Remembrance: The Shofar in Modern Music, Literature and Art.