Muziektermen Nederlands-Engels

[eı]

aanblazen

to blow

<blew, blown>

aan de piano

at the piano

[pi'ænoʊ]

aan de punt

<v.d. strijkstok>

at the point, at the tip

aan de slof

<v.d. strijkstok>

at the frog

aangesprongen toon

tone/

<BE>

note approached/reached by leap

aangeven

to cue

aanhef

beginning

aanheffen

to strike

<struck, struck>

up, to break

<broke, broken>

into

aanhouden

<v.e. toon/akkoord>

to sustain

<v.e. tempo>

to maintain

aanleg voor muziek

a talent

['tælənt]

for music

aanmoedigingsprijs

incentive

[ın'senṱıv]

award

[ə'wɔ:rd]

/prize

aanslaan

<v.e. toets>

to strike

<struck, struck>

<v.e. slaginstrument>

to strike, to hit

<hit, hit>

<v.e. toon/akkoord>

to strike

aanslaande versiering

ornament

['ɔ:rnəment]

(played/performed) before the beat

aanslag

<v.e. toetsinstrument>

touch

<v.e. toucher>

touch response

[rı'spɑ:ns]

aanslaggevoeligheid

touch response

[rı'spɑ:ns]

aansluiten

to connect

aansluiting

connection

aanspreken

<onov.ww., v.e. instrument>

to speak

<spoke, spoken>

, to respond

[rı'spɑ:nd]

<zst.gebr.ww., v.e. instrument>

speech, response

[rı'spɑ:ns]

aanspringende wisseltoon

incomplete neighbor

['neıbər]

, incomplete neighbor(ing) tone/

<BE>

note

aanstrijken

to bow

[boʊ]

aantal trillingen per seconde

number of cycles

['saıklz]

/vibrations

[vaı'breıʃnz]

per second, cps

[si: pi: es]

aanvoerder

<v.e. orkestsectie>

principal, first/1st chair/desk

aanvraag tot toelage

<BN> subsidy

['sʌbsədi]

application, application for subsidy

aanzet

attack

aanzetstuk

<v.h. stemorgaan>

vocal

['voʊkl]

tract/cavity

['kævəṱi]

aanzetten

to tongue

[tʌŋ]

aanzwellen

to increase

[ın'kri:s]

, to swell

<swelled, swelled/swollen>

['swoʊlən]

abbreviatuur

abbreviation

[əbri:vi'eıʃn]

abgesang

Abgesang

['æbgəzæŋ]

abonnementsconcert

subscription concert

absolute muziek

absolute

['æbsəlu:t]

/abstract

['æbstrækt]

music

absolute notennamen

absolute

['æbsəlu:t]

note/pitch names

absoluut gehoor

(sense

[sens]

of) perfect/absolute

['æbsəlu:t]

pitch, PP

[pi: pi:]

, AP

[eı pi:]

abstraherende versiering

substitute

['sʌbstıtu:t]

ornament

['ɔ:rnəment]

/embellishment

academisch jaar

academic year

a-cappellakoor

a cappella

[ɑ: kə'pelə]

choir

['kwaıər]

/chorus

accent

stress, accent

['æksent]

accent, stress mark

accent

accent circonflexe

circumflex

['sɜ:rkəmfleks]

, caret

['kærıt]

accentkwinten

accented

[æk'senṱəd]

fifths/5ths

accentoctaven

accented octaves/8ves

[æk'senṱəd 'ɑ:ktıvz]

accentparallellen

accented parallels

[æk'senṱəd 'pærəlelz]

accentueren

to stress

accentverschuiving

stress/accent

['æksent]

shift

acciacca'tura

acciacca

tura

acciaccatura

[ɑ:tʃɑ:kə'tʊrə]

accidentie

accidental

accolade

brace

accompagnatorecitatief

accompanied recitative

[ə'kʌmpnid resəṱə'ti:v]

ac'cordeon

cordeon

<onz.>

accordion

[ə'kɔ:rdiən]

achtenzeventigtoerenplaat/78-toerenplaat

achtenzeventigtoerenplaat

78-toerenplaat

78 rpm

[ɑ:r pi: em]

record

['rekərd]

achterblad

<v.e. snaarinstrument>

back

achterblijven

to lag behind

achter de coulissen

offstage

[ɔ:f'steıdʒ]

, behind the scenes, in the wings

achtergrond

background

achtergrondlawaai

background noise

[nɔız]

achtergrondmuziek

<alg.>

background music

<commercieel, handelsmerk>

muzak

['mju:zæk]

achtergrondrumoer

background noise

[nɔız]

achter het podium

offstage

[ɔ:f'steıdʒ]

achter het toneel

offstage

[ɔ:f'steıdʒ]

achtste (noot)

achtste

(

noot

)

eighth

[eıtθ]

note

<mv. eight notes, eights>

<BE>

quaver

['kweıvə]

achtste rust

eighth

[eıtθ]

(-note) rest,

<BE>

quaver

['kweıvə]

rest

achttiende-eeuwse muziek

eighteenth-century music

achtvoet(s)register

achtvoet

(

)

eight-foot stop

acteren

to act

acteur

actor

actienotatie

action notation

actrice

actress

actuele muziek

contemporary

[kən'tempəreri]

music

additief ritme

additive rhythm

['ædəṱıv 'rıðm]

adem

breath

[breθ]

ademen

to breathe

[bri:ð]

, to take

<took, taken>

breath

[breθ]

ademgebruik

breath

[breθ]

management

ademhalen

to breathe

[bri:ð]

, to take

<took, taken>

breath

[breθ]

ademhaling

breathing

['bri:ðıŋ]

ademhalingsteken

breath

[breθ]

mark

adempauze

breath

[breθ]

/breathing

['bri:ðıŋ]

pause

ademsteun

breath support

[breθ sə'pɔ:rt]

adiastematische neumen

adiastematic neumes

[eıdaıəstə'mæṱık nu:mz]

aerofoon

aerophone

['erəfoʊn]

afdempen

<v.e. slaginstrument, v. harpsnaren>

to dampen

affect

[ə'fekt]

, affection

affectenleer

doctrine

['dɑ:ktrın]

/theory of (the) affects

[ə'fekts]

/affections

afgaan

to leave

<left, left>

(the) stage

afgeleide toon

altered

['ɔ:ltərd]

tone/

<BE>

note

afgeleid interval

altered interval

['ɔ:ltərd 'ınṱərvl]

afkorting

abbreviation

[əbri:vi'eıʃn]

afnemen

to decrease

[di:'kri:s]

, to fade (away)

afregelen

<v.e. instrument>

to regulate

['regjəleıt]

afregeling

<v.e. instrument>

regulation

[regjə'leıʃn]

afscheidsconcert

farewell concert

afscheidstournee

farewell tour

afslaan

to cut

<cut, cut>

off

afslag

cut-off

['kʌṱɔ:f]

afsluiting

ending, close

[kloʊz]

, cadence

['keıdns]

afspelen

to play (back)

to play out, to play to the end, to finish

to wear

[wer]

<wore, worn>

out

afsplitsing

<v.e. motief>

splitting off, separation

afspringende doorgang

falling passing

['pæsıŋ]

tone/

<BE>

note

afspringende leidtoon

falling/frustrated

['frʌstreıṱəd]

leading tone/

<BE>

note, free resolution

[rezə'lu:ʃn]

afspringende wisseltoon

escape tone/

<BE>

note, incomplete neighbor

['neıbər]

, incomplete neighbor(ing) tone/

<BE>

note

afstand tussen twee tonen

distance between two pitches

afstemmen

100

afstemmen

<ov./onov.ww., v.e. instrument>

to tune

[tu:n]

<v.e. orkest>

to tune up

to tune

[tu:n]

to tune in to

afstreek

101

afstreek

down-bow

['daʊnboʊ]

afstuderen

102

afstuderen

to graduate

afterbeat

103

afterbeat

['æftərbi:t]

aftikken

104

aftikken

to tap his/her/the baton

[bə'tɑ:n]

agnus dei

105

Agnus Dei

['ægnəs 'deıi:]

agogiek

106

agogiek

agogics

[ə'gɑ:dʒıks]

agogisch

107

agogisch

agogic

[ə'gɑ:dʒık]

agogisch accent

108

agogisch accent

agogic accent

[ə'gɑ:dʒık 'æksent]

aïs

109

aïs

A♯

[eı ʃɑ:rp]

aïsis

110

aïsis

[eı 'dʌbl ʃɑ:rp]

akkoord

111

akkoord

chord

akkoordaanduiding

112

akkoordaanduiding

chord label/symbol

akkoord bouwen (op), een

113

akkoord bouwen

(

een

to build

<built, built>

a chord (upon)

akkoordbreking

114

akkoordbreking

arpeggiation

[ɑ:rpedʒi'eıʃn]

akkoorddiagram

115

akkoorddiagram

chord diagram

['daıəgræm]

akkoordenleer

116

akkoordenleer

chord theory

akkoordenschema

117

akkoordenschema

chord scheme

[ski:m]

akkoordentabel

118

akkoordentabel

chord chart

[tʃɑ:rt]

akkoorden verbinden

119

akkoorden verbinden

to connect chords

akkoordfiguratie

120

akkoordfiguratie

chord(al) figuration

[fıgjə'reıʃn]

akkoordfunctie

121

akkoordfunctie

chord(al) function

akkoordinstrument

122

akkoordinstrument

chord(al) instrument

['ınstrəmənt]

akkoord met toegevoegde toon

123

akkoord met toegevoegde toon

added-tone/

<BE>

added-note chord

akkoord op de eerste trap

124

akkoord op de eerste trap

tonic

['tɑ:nık]

/key chord

akkoordopeenvolging

125

akkoordopeenvolging

chord succession, succession of chords

akkoordprogressie

126

akkoordprogressie

chord progression, progression of chords

akkoordsoort

chord quality

akkoordsymbool

127

akkoordsymbool

chord symbol

akkoordtoon

128

akkoordtoon

chord/harmonic

[hɑ:r'mɑ:nık]

tone/

<BE>

note

akkoordverbinding

129

akkoordverbinding

chord connection

aanraking van een toonsoort

tonicizing

['tɑ:nısaızıŋ]

a key, touching upon a key

akkoordvorming

130

akkoordvorming

chord formation/building

akkoordvreemde toon

131

akkoordvreemde toon

nonchord

[nɑ:n'kɔ:rd]

/nonharmonic

[nɑ:nhɑ:r'mɑ:nık]

tone/

<BE>

note

a-klarinet

132

a-klarinet

A clarinet

[eı klærə'net]

akoesmatisch

133

akoesmatisch

acousmatic

[ə'ku:zməṱık]

akoestiek

134

akoestiek

acoustics

<v.e. ruimte>

acoustics

akoestisch

135

akoestisch

<v.d. geluidsleer>

acoustic

acoustic

akoestisch dode ruimte

136

akoestisch dode ruimte

anechoic chamber

[ænı'koʊık 'tʃeımbər]

akte

137

akte

<v.e. toneelstuk/opera>

act

albertibas, albertijnse bas

138

albertibas

albertijnse bas

Alberti bass

[æl'bɜ:rṱi beıs]

album

139

album

['ælbəm]

aleatorische muziek

140

aleatorische muziek

aleatory

['eıliətɔ:ri]

/aleatoric

[æliə'tɔ:rık]

music

alfabetische benamingen

141

alfabetische benamingen

<v. noten, BN>

alphabet names

alfabetische notatie

142

alfabetische notatie

alphabetical

[ælfə'beṱıkl]

/letter notation

algemene muziekleer

143

algemene muziekleer

elementary

[elı'menṱəri]

/general music theory

algemene muzikale vorming

144

algemene muzikale vorming

elementary

[elı'menṱəri]

/general music education

elementary/general music theory and ear training

alla breve

145

alla breve

['ɑ:lə 'breıvi]

(meter/

<BE>

time), half/cut time

146

allintervalreihe

147

allintervalreihe

all-interval

[ɑ:l'ınṱərvl]

series

<ev./mv.,

['sıri:z]

/row

als

als...

as...

alt

148

alt

alto

['æltoʊ]

<BE>

contralto

[kən'trɑ:ltəʊ]

viola

[vi'oʊlə]

alto

['æltoʊ]

alt-

149

alt-

alto

['æltoʊ]

altblokfluit

150

altblokfluit

alto

['æltoʊ]

/treble

['trebl]

recorder

alteratie

151

alteratie

alteration

[ɔ:ltə'reıʃn]

altereren

152

altereren

to alter

['ɔ:ltər]

alternatief

153

alternatief

<zn., in een rondo>

couplet

['kʌplət]

, episode

['epısoʊd]

, B-section

[bi: 'sekʃn]

/C-section

<enz.>

althobo

154

althobo

English horn,

<BE>

cor anglais

[kɔ:'ɑŋgleı]

, mv. cors anglais

[kɔ:z 'ɑŋgleı]

> ,

<inf.>

cor

althoorn

155

althoorn

alto

['æltoʊ]

<BE>

tenor horn

altist

156

altist

violist

[vi'oʊlıst]

, viola

[vi'oʊlə]

player

alto

['æltoʊ]

altsleutel

157

altsleutel

alto clef

['æltoʊ klef]

altviolist

158

altviolist

violist

[vi'oʊlıst]

, viola

[vi'oʊlə]

player

altviool

159

altviool

viola

[vi'oʊlə]

amateur

160

amateur

['æmətʃʊr]

amateuristisch

161

amateuristisch

<v. amateurs>

amateurish

[æmə'tʊrıʃ]

amateurish

amateurmusicus

162

amateurmusicus

<mv. -musici>

amateur

['æmətʃʊr]

musician

amateurniveau

163

amateurniveau

amateur

['æmətʃʊr]

standard

ambitus

164

ambitus

<v.e. stem/melodie>

range, ambitus

['æmbıtəs]

<v.e. modus>

ambitus

amen

165

amen

<rk., AE>

[eı'men]

<protestants, BE, in vocale muziek>

[ɑ:'men]

amplitude

166

amplitude

['æmplıtu:d]

amusementsmuziek

167

amusementsmuziek

light music

amu'sie

168

amu

sie

amusia

[eı'mju:ziə]

amuzikaal

169

amuzikaal

unmusical

[ʌn'mju:zıkl]

ana'crusis/ana'crouse

170

ana

crusis/ana

crouse

<BN>

anacrusis

[ænə'kru:sıs]

analoge opname

171

analoge opname

analog recording

['ænəlɔ:g rı'kɔ:rdıŋ]

analoog

172

analoog

<alg.>

analogous

[ə'næləgəs]

analog

['ænəlɔ:g]

analyse

173

analyse

analysis

[ə'næləsıs]

<mv. analyses

[ə'næləsi:z]

analyseren

174

analyseren

to analyze

['ænəlaız]

ana'pest

175

ana

pest

anapest

['ænəpest]

anhemitonisch

176

anhemitonisch

anhemitonic

[ænhemi'tɑ:nık]

anonieme componist

177

anonieme componist

anonymous

[ə'nɑ:nıməs]

composer

anticipatie

178

anticipatie

anticipation

[æntısı'peıʃn]

anticiperende versiering

179

anticiperende versiering

ornament

['ɔ:rnəment]

(played/performed) before the beat

anticiperend kwartsextakkoord

180

anticiperend kwartsextakkoord

cadential

[keı'denʃl]

six-four, cadential 6/4 (chord)

anticlimaxmodel

181

anticlimaxmodel

<v.e. melodie>

descending melodic contour

[dı'sendıŋ mə'lɑ:dık 'kɑ:ntʊr]

antifonaal

182

antifonaal

<bn.>

antiphonal

[æn'tıfənl]

antifonale

183

antifonale

<zn.>

antiphonal

[æn'tıfənl]

antifoon

184

antifoon

antiphon

['ænṱəfɑ:n]

antimetrische figuur

185

antimetrische figuur

polyrhythm(s)

[pɑ:li'rıðmz]

, cross-rhythm(s), metric

['metrık]

shift, tuplet

['tu:plət]

antiparallellen

186

antiparallellen

fifths/5ths by contrary

['kɑ:ntreri]

motion/movement, contrary fifths/5ths

octaves/8ves

['ɑ:ktıvz]

by contrary motion/movement, contrary octaves/8ves

antwoord

187

antwoord

answer

['ænsər]

aperiodisch

188

aperiodisch

aperiodic

[eıpıri'ɑ:dık]

applaudisseren (voor)

189

applaudisseren

(

voor

)

to applaud

[ə'plɔ:d]

applaus

190

applaus

applause

[ə'plɔ:z]

applicatuur

191

applicatuur

applicatura

[əplıkə'tʊrə]

appoggia'tura

192

appoggia

tura

appoggiatura

[əpɑ:dʒə'tʊrə]

a prima vista

193

a prima vista

at sight

arabesk

194

arabesk

arabesque

['ærəbesk]

arabisch cijfer

195

Arabisch cijfer

Arabic numeral

['ærəbık 'nu:mrəl]

arabische muziek

Arabische muziek

Arabic music

arbeidslied

196

arbeidslied

work song

archiefopname

197

archiefopname