Thea van der Putten (1950-) kreeg haar eerste zanglessen van Ahmed Muthalib in haar geboorteplaats Eindhoven.
Vervolgens studeerde ze aan het Koninklijk Conservatorium bij Sophia van Sante.
Als lyrische sopraan was ze soliste bij de Nederlandse Opera (1975-1988)
en de Komische Oper Berlijn (1986-1996). Daarnaast trad ze op bij vele andere operahuizen.
Succesvolle rollen waren onder andere Papagena in Die Zauberflöte, Despina in Cosí fan
tutte,
Susanna in Le nozze di Figaro, Donna Elvira in Don Giovanni, Gabrielle
in La vie parisienne, Tatjana in Jevgeni Onegin, Nedda in I Pagliacci,
Mimi in La Bohème, Nele in Thijl (Jan van Gilse, première)
en Max in Where the wild things are (Knussen).
Behalve operas zong Thea van der Putten vele oratoria en liederen.
Voor het label BVHaast maakte zij een solo-cd met liederen
van Strawinsky, Prokofjev, Dessau en Röntgen.
Van 1995 tot 2004 was zij hoofdvakdocente zang
aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
Tegenwoordig is zij privédocente
zang en koordirigente. Zij heeft de leiding
van het Adventskoor in Aerdenhout.
|