<< vorige (previous)    index    volgende (next) >>

Zing deze oefening steeds een halve toon hoger.
Oefen ook op no, noe, nu, ni, ne.
Idem op la, lo, loe, lu, li, le.
Voel met de tongpunt de verschillen tussen de n en de l.
Neem de l met zijn geringe druk als voorbeeld voor de n.